Over Rilana

Ik kom uit een gezin met een vader, moeder, broertje en zusje. Mijn vader is op zijn vijftiende met zijn familie naar Nederland gekomen. Hij is altijd het buitenbeentje geweest en kon zich niet houden aan de regels van de maatschappij. Maar zijn gedrag werd steeds extremer. Hij hoorde bijvoorbeeld gesprekken die er niet waren of vatte dingen heel anders op dan ze bedoeld waren.

Dat leverde veel spanning op in het gezin. We gingen erg letten op wat we zeiden en op welke manier. Anders kon hij boos of agressief reageren.

Psychiatrie bestaat niet

Toen ik veertien jaar was is mijn vader door zijn werkgever naar de psycholoog gestuurd omdat hij agressief deed naar collega’s. Hij kreeg geen officiële diagnose, omdat hij de hulp niet wilde accepteren. Daardoor is hij toen zijn baan verloren.

In de Surinaamse cultuur, net als in veel andere culturen, is praten over je mentale gezondheid not done. Psychiatrie bestaat niet. Hulp zoeken is geen optie. Je moet je gewoon gedragen. Maar mijn vader kon dat niet.

Respect voor je ouders

Respect voor je ouders hebben is in de Surinaamse cultuur heel belangrijk. Dat heeft mij sociaal wenselijk gemaakt naar mijn ouders toe. Omdat je niet helemaal jezelf kunt zijn, worden problemen voor een deel niet gezien. Als ik het al eens in mijn hoofd haalde om me uit te spreken, dan was het: ‘Je hebt geen respect voor mij.’ Ik heb daar veel last van gehad toen mijn vader zich ging gedragen als een persoon waar ik geen respect voor kón hebben.

Ook mijn familie zei dat ik hem met respect moest behandelen. Ik kwam met mezelf in de knoei: als dit van mij verwacht wordt, terwijl mij van alles is aangedaan. Ook dacht ik dat ik niet goed genoeg was omdat ik niet kon verklaren wat er met mijn vader aan de hand was.

Rilana: 12-18 jaar

Ik ben op mijn vijftiende, via de huisarts, zelf naar de GGZ gestapt. Om het allemaal effectief te verwerken was het nog veel te vroeg, want we zaten er nog middenin. Maar dat ik eindelijk open over de situatie kon vertellen vond ik heel fijn.

Niets mee gedaan

School is voor mij altijd een uitvlucht geweest. Ik was heel graag op school: school was alles. Ik wilde presteren en leerde daarom veel.

Mijn school had wel beter kunnen signaleren. Ze hadden kunnen merken dat er iets aan de hand was, omdat ik bijvoorbeeld altijd op school bleef hangen, erg stil was en moeilijk contact kon maken met anderen. Ik wilde ook nooit vriendinnetjes mee naar huis nemen, omdat ik niet wist hoe het thuis zou zijn.

Ik heb me wel eens uitgesproken op school. Ze hebben toen naar me geluisterd, maar er niets mee gedaan. Even gezien worden, dat zou mij al hebben geholpen. Gewoon af en toe een gesprekje om te vragen hoe het gaat.

Net voor mijn 16e – in mijn eindexamenjaar – gingen mijn ouders scheiden.

"Even gezien worden, dat zou mij al hebben geholpen."

Jongeren geven een:

tip voor het onderwijs

Rilana: 18-25 jaar

Na de middelbare school ben ik een opleiding gaan doen en op mezelf gaan wonen. Ondanks dat mijn vader al twee jaar niet meer bij ons woonde, bracht uit huis gaan me veel rust. Wel ben ik toen in een diep dal beland en depressief geworden. Ik heb hulp gezocht bij de GGZ en heb dat als prettig ervaren. Ik heb er echt wat aan gehad. Ik stond er meer voor open dan in de jaren ervoor en kon mezelf beter uitdrukken.

De man die geholpen moet worden

Ik maak heel verkeerde keuzes in het aangaan van relaties. Ik ga altijd voor de man die geholpen moet worden. Dat komt voort uit iemands leven beter willen maken, omdat dat bij mijn vader nooit gelukt is. De vader van mijn oudste dochter komt uit Nigeria en had geen verblijfsvergunning. Ik regel dat wel, dacht ik, en dat gebeurde ook. Het schrok mij niet af. Ik zou willen dat ik meer met mijn verstand keuzes kon maken, dan mij te binden aan iemand die iets van mij nodig heeft.

De vader van mijn tweeling heeft zelf een moeilijke relatie met zijn vader gehad. Dat heeft hem getekend voor het leven, maar ook in hem zag ik potentie. Hij bleek later verslaafd te zijn, maar toen was ik al zwanger van hem. We zijn uit elkaar gegaan toen de tweeling drie maanden was.

Schulden

De praktische zaken die bij jezelf wonen komen kijken, gingen al snel fout. Op mijn 24ste heb ik vanwege mijn schulden bij de gemeente aangeklopt. Ik had er lang tegenaan gehikt. Het voelde alsof ik faalde. Alles waarvan mijn vader zei dat het niet ging lukken, was bewaarheid geworden. Ik heb de keuze echter gemaakt voor mijn dochter, die ik toen al had.

Heel veeleisend

Op mijn negentiende ben ik afgestudeerd en fulltime gaan werken. Dat was net als school een uitvlucht. Werk was erg belangrijk voor mij. Ik was heel veeleisend naar mezelf en liet weinig ruimte over voor alles wat daarnaast bestaat (huishouden, sociale contacten etc.).

"De praktische zaken die komen kijken bij op jezelf wonen, gingen al snel fout."

Ik was op mijn werk nooit open over mijn situatie, maar op een gegeven moment moest ik wel. Mijn vader had de ramen van mijn huis ingegooid. Ik was helemaal overstuur en wist niet meer wat ik moest doen. Toen kwam alles waarvan ik dacht het verwerkt te hebben naar boven.

Ik had veel sociale contacten. Als ik me goed voel maak ik makkelijk contact met anderen. Maar diepgaande vriendschappen heb ik niet. Contact onderhouden vind ik lastig, want dat vraagt emotioneel veel van mij. In een vriendschap hoor je tot op een bepaalde hoogte iemand dichtbij te laten komen. Dat kan ik heel moelijk, zowel vriendschappelijk als in relaties. Ik los mijn problemen liever zelf op en geef niet graag openheid van zaken. Ik wil niet afhankelijk zijn van iemand en wil niemand belasten.

Mijn onzekerheid kwam in mijn werk naar boven. Ik voelde me altijd anders dan mijn collega’s. Je bent op een andere manier opgegroeid, kijkt anders naar de wereld en kunt dingen minder goed handelen. Ook speelde een stukje jaloezie mee over wat zij wel hebben meegekregen van hun ouders. Ik heb me daardoor altijd minderwaardig gevoeld en legde mezelf op dat ik keigoed moest worden in mijn werk. Ik nam alle informatie die er was tot me en heb allerlei cursussen gedaan om net zo goed te worden.

Jongeren geven een:

Tip voor de gemeente

Rilana: 25-40 jaar

Ik heb altijd graag kinderen gewild. Ik ben heel blij dat ik ze heb, maar mijn voorgeschiedenis maakt het extra zwaar om ouder te zijn. Ik ben ontzettend kritisch naar mezelf. Mijn eisenpakket voor mezelf als moeder is eigenlijk niet haalbaar. Het gevoel dat je alle ballen in de lucht moet houden, je kinderen alles moeten kunnen geven wat ze nodig hebben, je werk, het huishouden.

Ik werk pas sinds kort weer. Ik ben bijna drie jaar thuis geweest omdat ik in 2018 een enorme depressie had en ook weer last van mijn angststoornis met paniekaanvallen. Dat komt echt voort uit het te veel eisen van mezelf. Ik heb heel erg een ‘normaal’ leven willen uitdragen naar mijn collega’s. Ik wilde presteren om gezien te worden.

Controle loslaten

Mijn moeder heeft me veel gesteund de afgelopen jaren. Zij vindt het vervelend voor mij dat ik verder niemand heb die sturend is in mijn leven. Ik ben nu op het punt beland dat ik me afvraag of ik ooit in staat zal zijn om een volwaardige, gezonde relatie te hebben. Ik wil niet meer de zorgende rol. En ik heb, door hoe mijn leven is geweest, de behoefte aan controle. Ik wil altijd de overhand hebben en dat werkt niet. In een relatie moet je de controle loslaten.

Fouten mogen maken

Een kind van de tweeling heeft hechtingsproblematiek. Omdat er tijdens de bevalling fouten zijn gemaakt kon ik de eerste drie weken niet voor hen kon zorgen. Daarna werd ik ziek, dus toen ik weer in staat was om voor hen te zorgen, ging dat niet.

Daar krijgen we veel hulp voor. Mijn dochter heeft EMDR gevolgd. Vanuit haar behandeling wordt ook gekeken naar mij. Hoe ben je ouder als je niet geleerd hebt fouten te mogen maken? Ik dacht thuis altijd dat ik perfect moest zijn. Nu wil ik het beter doen dan mijn ouders. Maar dat lukt me niet, waardoor ik constant met mezelf in conflict ben. Nu volg ik zelf schematherapie en daarnaast de ouder-kindbehandeling voor mijn dochter.

“Mijn voorgeschiedenis maakt het extra zwaar om ouder te zijn.”

Opa

Ik weet niet of mijn vader weet dat de tweeling er is. Ik vind dat op sommige momenten wel lastig. De kindjes zijn bezig met wat een familie is, hoe die eruitziet. Dan zegt eentje bijvoorbeeld ineens: ‘Mama, ik wil naar opa.’ Ze heeft nooit foto’s van haar opa gezien, dus het komt echt voort uit wat ze aan het leren is. Ik gun hun een leuke opa bij wie ze kunnen logeren, maar dat zit er niet in. Ik heb al jaren geen contact meer met mijn vader.

Jongeren geven een:

Tip voor de GGZ