Verhalen per leeftijd: 18-25 jaar

Bram: 18-25 jaar

Op mezelf gaan wonen vond ik heel fijn. Ik kon de situatie thuis eindelijk meer loslaten. Maar ik vond voor mezelf zorgen lastig. Koken en gezond eten vond ik moeilijk. Thuis waren de eetmomenten namelijk nooit gezellig. Ook had ik weinig discipline om dingen te doen. Ik heb namelijk nooit geleerd om ergens hard voor te werken. Mijn ouders hebben me nooit gepusht. Als ik op de middelbare school een slecht cijfer haalde, wist ik dat dat niet uitmaakte omdat ze toch niet naar de ouderavond kwamen.

In behandeling

Een halfjaar nadat ik op mezelf was gaan wonen kreeg ik een relatie en had ik last van heftige gedachtes. Ik ben toen naar de huisarts gegaan die me heeft doorverwezen naar de basis GGZ. Ik vond dit een deceptie, omdat we het niet over de juiste dingen hadden. Het ging voornamelijk over de vechtscheiding en over mijn relatie (bijzaken) maar niet om mij in het hier en nu. Hier heb ik dus weinig aan gehad.

Een jaar daarna ging ik naar de specialistische GGZ. Toen heb ik mijn diagnose gekregen. Het was de eerste keer dat ik dacht: wauw: ik word gehoord. Er zat eindelijk iemand tegenover me die door me heen kon prikken. Ik ben drie jaar in behandeling in geweest en heb dit als heel positief ervaren.

Meer begrip

Toen ik mijn diagnose en therapie kreeg ontstond er meer begrip bij mijn zus en kregen we een betere band. We hebben onze jeugd verschillend ervaren. Eerst gaf dat wrijving, maar nu beseffen we dat we allebei een verhaal hebben en dat daar, naast overeenkomsten, ook verschillen in zitten. Dat betekent niet dat het niet waar is.

“Bij de specialistische GGZ dacht ik voor het eerst: ik word gehoord.”

Jongeren geven een: 

tip voor de professional

Rilana: 18-25 jaar

Na de middelbare school ben ik een opleiding gaan doen en op mezelf gaan wonen. Ondanks dat mijn vader al twee jaar niet meer bij ons woonde, bracht uit huis gaan me veel rust. Wel ben ik toen in een diep dal beland en depressief geworden. Ik heb hulp gezocht bij de GGZ en heb dat als prettig ervaren. Ik heb er echt wat aan gehad. Ik stond er meer voor open dan in de jaren ervoor en kon mezelf beter uitdrukken.

De man die geholpen moet worden

Ik maak heel verkeerde keuzes in het aangaan van relaties. Ik ga altijd voor de man die geholpen moet worden. Dat komt voort uit iemands leven beter willen maken, omdat dat bij mijn vader nooit gelukt is. De vader van mijn oudste dochter komt uit Nigeria en had geen verblijfsvergunning. Ik regel dat wel, dacht ik, en dat gebeurde ook. Het schrok mij niet af. Ik zou willen dat ik meer met mijn verstand keuzes kon maken, dan mij te binden aan iemand die iets van mij nodig heeft.

De vader van mijn tweeling heeft zelf een moeilijke relatie met zijn vader gehad. Dat heeft hem getekend voor het leven, maar ook in hem zag ik potentie. Hij bleek later verslaafd te zijn, maar toen was ik al zwanger van hem. We zijn uit elkaar gegaan toen de tweeling drie maanden was.

Schulden

De praktische zaken die bij jezelf wonen komen kijken, gingen al snel fout. Op mijn 24ste heb ik vanwege mijn schulden bij de gemeente aangeklopt. Ik had er lang tegenaan gehikt. Het voelde alsof ik faalde. Alles waarvan mijn vader zei dat het niet ging lukken, was bewaarheid geworden. Ik heb de keuze echter gemaakt voor mijn dochter, die ik toen al had.

Heel veeleisend

Op mijn negentiende ben ik afgestudeerd en fulltime gaan werken. Dat was net als school een uitvlucht. Werk was erg belangrijk voor mij. Ik was heel veeleisend naar mezelf en liet weinig ruimte over voor alles wat daarnaast bestaat (huishouden, sociale contacten etc.).

"De praktische zaken die komen kijken bij op jezelf wonen, gingen al snel fout."

Ik was op mijn werk nooit open over mijn situatie, maar op een gegeven moment moest ik wel. Mijn vader had de ramen van mijn huis ingegooid. Ik was helemaal overstuur en wist niet meer wat ik moest doen. Toen kwam alles waarvan ik dacht het verwerkt te hebben naar boven.

Ik had veel sociale contacten. Als ik me goed voel maak ik makkelijk contact met anderen. Maar diepgaande vriendschappen heb ik niet. Contact onderhouden vind ik lastig, want dat vraagt emotioneel veel van mij. In een vriendschap hoor je tot op een bepaalde hoogte iemand dichtbij te laten komen. Dat kan ik heel moelijk, zowel vriendschappelijk als in relaties. Ik los mijn problemen liever zelf op en geef niet graag openheid van zaken. Ik wil niet afhankelijk zijn van iemand en wil niemand belasten.

Mijn onzekerheid kwam in mijn werk naar boven. Ik voelde me altijd anders dan mijn collega’s. Je bent op een andere manier opgegroeid, kijkt anders naar de wereld en kunt dingen minder goed handelen. Ook speelde een stukje jaloezie mee over wat zij wel hebben meegekregen van hun ouders. Ik heb me daardoor altijd minderwaardig gevoeld en legde mezelf op dat ik keigoed moest worden in mijn werk. Ik nam alle informatie die er was tot me en heb allerlei cursussen gedaan om net zo goed te worden.

Jongeren geven een:

Tip voor de gemeente

Jiri: 18-25 jaar

In het derde jaar van mijn opleiding ging ik op mezelf wonen. Ik deelde een appartement met twee andere jongens. Ik vond het eigenlijk niet zo lastig om ineens alles zelf te hoeven doen. Wel voelde ik me erg onveilig.

Ervaringsdeskundige

Toen ik negentien was werd ik na een suïcidepoging opgenomen. Toen hoorde ik voor het eerst de term KOPP-kind. In de kliniek werkte een ervaringsdeskundige die vertelde over zijn eigen jeugd en hoeveel pijn die hem had gedaan. Hierdoor voelde ik: mijn verhaal is valid.

Hij zag dat ik iets anders nodig had dan ik toen kreeg. Dit zorgde voor een omslagmoment in mijn behandeling. Ik heb deze ervaringsdeskundige en mijn hoofdbehandelaar verteld over thuis. Mijn ouders kwamen toen ook allebei voor een gesprek. Bij mij zorgde dat ervoor dat de vertrouwensband met mijn vader herstelde. Hij vond het allemaal zo erg voor mij. Mijn moeder daarentegen schoot uit haar slof en liet het gesprek veel te veel over zichzelf gaan.

Huilen en verwerken

Het contact met mijn vader is nu heel goed. Ik zit nog steeds in behandeling, wat uitdagingen met zich meebrengt. Ik merk dat ik dat echt kan delen met mijn vader. Hij kwam naar me toe voor een kop koffie en we konden het erover hebben. Ik kon huilen en verwerken. Mijn vader heeft nu veel aandacht voor mij en mijn broer en zusje. Hij is daarin erg veranderd en durft naar zichzelf en naar het verleden te kijken.

Verbinding

Ik had hiervoor altijd oudere vrienden. Ik snapte namelijk niet dat leeftijdsgenoten in de weer waren met drank en het studentenleven. Ik kon niet met hen levelen. Ik wilde echte verbinding met mensen, omdat ik dat thuis miste. Die verbinding kon ik vinden bij mensen die iets ouder waren. De laatste jaren is dat veranderd. Nu heb ik meer vrienden van mijn eigen leeftijd.

“Door de ervaringsdeskundige in de kliniek voelde ik dat mijn verhaal er mag zijn.”

Respectvol

Op mijn werk denk ik soms: ik wil het wel met jullie delen, maar dit gaat over mijn ouders en ik wil respectvol naar hen blijven. Dan zou ik het makkelijker vinden om te zeggen: ‘Ik zit niet lekker in mijn vel en werk daarom thuis vandaag,’ dan: ‘Mijn moeder zit niet goed in haar vel en daarom blijf ik thuis vandaag.’

Vader worden

Als ik nadenk over de toekomst, dan hoop ik dat ik zelf vader mag worden. Mijn gevoel zegt: dat kan niet. Maar ik moet vertrouwen op de woorden die mensen mij teruggeven. Zij zeggen dingen als: ‘Je hebt nu zoveel therapie gehad, je hebt zo’n voorsprong.’ Maar het blijft een eng idee. Ik ben bang om daarin veel op mijn ouders van vroeger te gaan lijken.

Jongeren geven een:

Tip voor de GGZ